De fakkels gloeiden in de nacht
Als symbool van trouw en liefde
Als symbool van hoop en kracht
En de mensen er om heen
Waren stil, ontroerd, bewogen
En natuurlijk zeer bevlogen
Om samen één
Te zijn en te vechten
Tegen die moordende ziekte
Die zich zomaar kan nestelen in iedereen
Zo grimmig, zo treurig
Zo ongelofelijk alleen
En in het maanlicht, zo prachtig
Weerkaatst in het water het vuur van de hoop
In haar onverzettelijke strijd
Om te winnen van de kanker, om te winnen van de tijd
En het vuur brandde in onze ogen
In onze harten vol liefde en kracht
En de fakkels gloeiden maar
Straalden hoop uit in de nacht
Auteur: Lucy
vrijwilligster van De Maretak